In the media
In the media

We brengen steeds meer functies in een steeds voller wordende stedelijke ruimte bij elkaar. Wat doet dat met het welzijn van mensen? BNSP organiseert in samenwerking met de HvA de Salon ‘Bouwen aan leefkwaliteit’.

Hogeschool van Amsterdam-onderzoekers Frank Suurenbroek en Gideon Spanjar onderzochten in het project Sensing Streetscapes hoe verdichting van de stad kan samengaan met een menselijke maat - met dank aan neuro-architectuur.

“In mijn onderzoek naar Geluk en Gezondheid in de gebouwde omgeving interview ik inspirerende experts aan de randjes van ons vakgebied. Deze keer spreek ik Frank Suurenbroek: over het ontwikkelen van tools om de (ook onbewuste) beleving van gebruikers mee te nemen in het ontwerp van steden.”

“We moeten de stad op een aantrekkelijke manier zien te verdichten” - Ton Schaap, senior stedenbouwkundige bij de gemeente Amsterdam. Hij vertelt over de noodzaak om meer te bouwen binnen Amsterdam. "Maar een prettige openbare ruimte blijft de kern van de stad."

“Torens zijn in Utrecht altijd onderdeel van een groter bouwblok” - Marlies de Nijs, senior stedenbouwkundige bij de gemeente Utrecht. Zij vertelt over de Utrechtse manier van stadmaken met hoogbouw achter de coulissen van levendige plinten.

“Als we de binnenstad willen verdichten, ontkomen we er niet aan om de hoogte in te gaan” - Emiel Arends, ruimtelijk adviseur Stadsontwikkeling bij de gemeente Rotterdam en docent Watermanagement aan de Hogeschool Rotterdam

Het is woekeren met ruimte in Nederland. Als er in tien jaar tijd een miljoen woningen moeten komen, dan zullen we wel de lucht in moeten, wil de logica. Maar hoe zorg je voor hoogbouw én een leefbare buurt? ‘Als je hoog en niet zo heel groot woont, wordt de omgeving des te belangrijker.’

Voor veel van onze steden geldt dat er meer gebouwen bij komen en dat die flink de hoogte in gaan. Maar voelen we ons dan nog wel prettig in de stad? Met behulp van technieken uit de neurowetenschappen proberen onderzoekers nu al het antwoord te vinden op deze vraag.